IJsland werd door haar ontdekkingsreizigers beschreven als een land dat vanaf de bergen tot aan de kust begroeid was met bossen. Dat maakt het nog uitzonderlijker om te zien hoe weinig bomen en bossen er nu nog over zijn op dit eiland. In de loop der tijden is alles wat geschikt was om mee te bouwen of te verwarmen gekapt, terwijl grazende dieren voor de rest zorgden. Er worden nu pogingen ondernomen om het land opnieuw te bebossen. Het grootste bosgebied is te vinden bij Hallormsstaður in het oosten van IJsland, terwijl de overige ‘bossen’ eigenlijk uit kreupelhout bestaan.
De hooglanden worden gedomineerd door vulkanische woestijnen, waar als het meezit hier en daar wat mos en gras groeit. In de grote, brede valleien vind je weiden, grasgebieden en korenvelden die het land weelderig groen kleuren. Groentes worden vooral in kassen geteeld en ook wel buiten op landerijen waar thermale bronnen voldoende warmte afgeven.
Het is niet waarschijnlijk dat u oog in oog komt te staan met wilde landzoogdieren. Er is een kleine populatie poolvossen en verder wat nertsen die zijn ontsnapt uit de pelsfokkerijen die over het land verspreid staan. Beide diersoorten hebben grote impact op het vogelleven, vooral voor vogels die op de grond nestelen en daarom wordt er op ze gejaagd. Er lopen ook war rendieren rond in het oosten van IJsland. Hun voorouders werden achtergelaten door Noorse kolonisten. Sinds de bouw van een stuwdam in het oosten, zijn de rendieren weggetrokken richting de kust. Last but not least: de populatie weggelopen konijnen fokt, inderdaad, als konijnen!
Andere zoogdieren die u mogelijk kunt tegenkomen, leven in de buurt van bewoonde regio’s, dat zijn meestal gedomesticeerde dieren, zoals schapen en paarden. Maar let op! Af en toe lopen deze dieren vlakbij of mogelijk op de weg.
In de kustgebieden worden vaak zeehonden gespot en verder kunt u blij worden van het spotten van walvissen voor de kust met een walvissafari of van een bord verse vis. IJsland kent geen reptielen of amfibieën. Verder is het prettig om te weten dat er heel weinig insecten zijn – met uitzondering van de binnenlanden, in het bijzonder bij Mývatn. Maar sinds kort zijn er ook enkele wespensoorten gesignaleerd. Dat geldt sinds kort ook voor de kleine muggen in het zuiden – een globalisering die ook zijn weg vindt in de natuur.
Het vogelleven op IJsland is overweldigend. Miljoenen zeevogels nestelen op de vogelrotsen en rond de talloze meren. Papegaaiduikers, jan-van-genten, zeekoeten en diksnavelzeekoeten komen in grote getale voor, evenals veel soorten meeuwen en de levendige noordse sterns die de enorme afstand afleggen tussen IJsland en hun winterverblijf in Antarctica en Zuid-Afrika.
De rivieren en meren in de kustregio en het binnenland zijn een paradijs voor vele soorten eenden, ganzen en zwanen. Ook in het kustgebied vindt men veel eidereenden die worden gefokt voor hun hoogwaardige eiderdons. Roofvogels als zeearenden en giervalken zorgen voor een verantwoorde, natuurlijke regulering van de vogelpopulatie. Maar hun bijdrage is niet voldoende, daarom wordt er door jagers ook op patrijzen en ganzen gejaagd.